Bijstand aanvragen tips
Wilt u bijstand aanvragen? Hier enkele tips waarmee u rekening moet houden met uw aanvraag voor bijstand bij de gemeente. De praktijk leert dat de meeste gemeenten in Nederland stilzwijgend een ontmoedigingsbeleid voeren wanneer u bijstand wilt aanvragen bij de gemeente. Het is daarom zaak om u goed voor te bereiden op de vragen die de gemeente u gaat stellen bij haar beoordeling of u recht heeft op een bijstandsuitkering. Het uitgangspunt is dat de gemeente u elke vraag mag stellen die de gemeente relevant vindt om uw recht op bijstand te kunnen vaststellen. Helaas is op dit vlak geen landelijk beleid gemaakt en verschillen de vragen per gemeente en soms zelfs per bijstandsambtenaar van dezelfde gemeente. Of dit in strijd is met algemene beginselen van behoorlijk bestuur, is een andere discussie. Op grond van de praktijkervaring van onze cliënten, volgen enkele belangrijke punten waarmee u in de voorbereiding op uw aanvraag rekening moet houden wanneer u een bijstandsuitkering bij de gemeente wilt aanvragen.
Bankschriften
De gemeente zal na uw aanvraag voor bijstand om de bankafschriften vragen van uw bank- en spaarrekeningen. Dit gaat soms tot twee jaar terug. En bent u in het bezit van een digitale PayPal rekening, dan zal de gemeente u om een transactie-overzicht van uw PayPal-account vragen. Buitenlandse bankrekeningen idem dito. Uit uw bankafschriften kunnen verscheidene zaken blijken die voor de gemeente van belang zijn. De voorbeelden zijn helaas legio. Blijkt uit uw bankrekeningen dat u de afgelopen twee jaar nauwelijks inkomsten heeft gehad of gebruikelijke uitgaven heeft gedaan, dan zal de gemeente u om een aanvullende verklaring vragen hoe u de betreffende twee jaar in uw levensonderhoud heeft voorzien. In dat geval dient u zorgvuldig uw antwoord af te wegen; geeft u aan op kosten van familie of vrienden te hebben gewoond, dan bestaat de kans dat u een afwijzing van uw bijstandsaanvraag krijgt. Het is de gemeente dan niet duidelijk waarom u op dit moment – na twee jaar op kosten van vrienden of familie te hebben geleefd – een bijstandsuitkering nodig heeft om in uw levensonderhoud te voorzien. U dient dus met een aannemelijke verklaring te komen waarom er de laatste twee jaar nagenoeg geen banktransacties op uw bankrekeningen hebben plaatsgevonden. Een geloofwaardig antwoord zou kunnen zijn dat u ‘de afgelopen twee jaar binnen een relatie heeft samengewoond met en op kosten van uw toenmalige partner’. Deze verklaring moet wel in overeenstemming zijn met uw adresgegevens volgens de Gemeentelijke Basisadministratie van destijds. De gemeente kan vervolgens om aanvullende bewijsstukken vragen waaruit ‘het samenwonen’ moet blijken. Zoals een schriftelijke verklaring van uw ex-partner. Een ander voorbeeld uit de praktijk is de situatie dat er uit uw bankafschriften blijkt dat er regelmatig geldstortingen door derden hebben plaatsgevonden. Bijvoorbeeld door familie en vrienden. Wanneer deze geldstortingen zich met regelmaat over een bepaalde periode hebben afgespeeld, dan zal de gemeente als uitgangspunt nemen dat u niet bijstandsbehoeftig bent, omdat u de afgelopen periode prima op kosten van familie of vrienden heeft kunnen leven. Om dit argument van de gemeente te ondervangen, zult u ten aanzien van elke geldstorting een geloofwaardige verklaring moeten afgeven. Dit kan bijvoorbeeld door middel van schriftelijke leningsovereenkomsten met daarin een terugbetalingsverplichting aan de personen die de gelden op uw bankrekening hebben gestort.
Woonadres
Uw aanvraag bijstand heeft alleen kans van slagen indien u bij de gemeente staat ingeschreven op een woonadres. De afwijkende mogelijkheden met betrekking tot een zogenaamde daklozenuitkering vallen buiten dit bestek. Wanneer u bijstand aanvraagt, dan dient u een huurovereenkomst of een kostgangersovereenkomst te overleggen. De rechtstitel op basis waarvan u op uw inschrijfadres woonachtig bent, moet uit uw documenten blijken. Indien u bij familie of kennissen staat ingeschreven en u kunt geen (onder)huurovereenkomst of kostgangersovereenkomst overleggen, dan zal de gemeente als uitgangspunt nemen dat u op uw inschrijfadres ‘samenwoont’ en er sprake is van wederzijdse zorg. In de visie van de gemeente heeft u geen bijstand nodig om in uw levensonderhoud te voorzien. U kunt dit ondervangen door bijvoorbeeld een kostgangersovereenkomst of een onderhuurovereenkomst met de hoofdhuurder van de woning af te sluiten. In deze overeenkomst dient een reële commerciële huurprijs te worden vermeld die aansluit bij de door u gehuurde ruimte. Ten tweede is het zo dat wanneer u feitelijk niet betaalt voor het gebruik van de kamer, u aanvullend een (lenings)overeenkomst met de hoofdhuurder moet tonen waaruit blijkt dat aan u betalingsuitstel is verleend ‘van de maandelijkse huurpenningen of gebruiksvergoeding totdat aan u een bijstandsuitkering door de gemeente is toegekend’. Dit komt allemaal gekunsteld over, maar de kans is aanmerkelijk dat de gemeente in elk ander geval zal uitgaan van ‘wederzijdse zorg’. Dit indien u niet aannemelijk kunt maken dat u daadwerkelijk moet betalen voor het gebruik van de woning of kamer. Helaas is er geen uniform beleid van gemeenten op dit punt. Het komt voor dat aan ‘bij ouders inwonende kinderen’ zonder meer een bijstandsuitkering wordt toegekend of dat bijvoorbeeld de kostendelersnorm niet wordt toegepast ten aanzien van bijstandsgerechtigden die ‘bij eerste- of tweedegraads familieleden inwonen met een kostgangersovereenkomst’. Hieruit volgt dat de uiteindelijk beslissing van de gemeente over uw bijstandsaanvraag alle kanten op kan. Reden waarom wij u adviseren om met ons contact op te nemen zodra u een kwestieuze beslissing op uw aanvraag bijstand van de gemeente heeft ontvangen.