Deurwaarderskantoor GGN heeft zorgverzekerden van CZ en Menzis ten onrechte ruim 3 miljoen euro aan kosten in de maag gesplitst. Dat volgt uit een uitspraak van de tuchtrechter voor deurwaarders vandaag.
Bijna alle zorgverzekeraars deden eraan mee: de zelfbenoemde rechtbank e-Court. Deze volautomatische arbiter handelde geschillen af tussen verzekeraars en hun klanten. Het grote deurwaarderskantoor GGN was tot begin vorig jaar verantwoordelijk voor het dagvaarden van verzekerden met een betalingsachterstand. Daarvoor bracht GGN in 2017 meer dan 33 duizend keer ruim 100 euro in rekening bij verzekerden – een kostenpost van ruim 3 miljoen euro.
Ten onrechte, staat nu vast. GGN had het uitbrengen van het exploot (waarmee de procedure bij e-Court start) nooit mogen bestempelen als een zogeheten ambtshandeling, oordeelde de tuchtrechter van Kamer voor Gerechtsdeurwaarders vandaag. Een deurwaarder mag alleen kosten in rekening brengen als hij een wettelijke taak uitvoert. Daaronder vallen dus niet de exploten voor het private e-Court.
‘Dit betekent dat de ambtshandeling alleen op basis van de wet ontstaat en niet door een overeenkomst tussen de zorgverzekeraar en de klant,’ zegt schuldenexpert André Moerman, die namens de Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden (Sociaal Werk Nederland) de tuchtprocedure startte. ‘We zijn een stap dichterbij om de kosten terug te vorderen voor verzekerden. GGN moet dit terugbetalen.’ Moerman verwacht dat GGN in hoger beroep zal gaan en wil dat afwachten voordat hij de kosten terugclaimt.
GGN had kunnen weten dat het zich op glad ijs bevond met de tienduizenden dubieuze exploten
e-Court kwam vorig jaar zelf in opspraak vanwege de onterechte kosten na onderzoek van Nieuwsuur en De Groene Amsterdammer. In een brief liet minister Dekker van Rechtsbescherming daarna weten dat GGN zulke kosten niet in rekening mag brengen. Uit het onderzoek bleek dat de alternatieve rechtbank niet transparant is: vonnissen worden niet gepubliceerd en het is onbekend wie de rechters zijn. Volgens critici is het een ‘zwart gat’.
GGN had kunnen weten dat het zich juridisch op glad ijs bevond met de tienduizenden dubieuze exploten. Want bij de wijziging van de Gerechtsdeurwaarderswet in 2016 heeft de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) nog gelobbyd om de kosten voor zulke private arbitrage wettelijk te verankeren, maar kreeg nul op het rekest.
Vervolgens schreef de KBvG een eigen notitie waarin het tot heel andere inzichten kwam dan de minister. Voor GGN was dat kennelijk voldoende om maling te hebben aan het wettelijk stelsel en de interpretatie van de minister. ‘Dus niet de wetgever, maar een notitie van de KBvG vormt nu de basis voor het verrichten van ambtshandeling? Het moet niet gekker worden,’ schreef Moerman in zijn pleitnota. ‘We hebben het hier niet over een verordening of een bestuursregel, maar een paar pagina’s tekst met een nietje erdoor.’
Bron: follow the money 22-01-2019