studiefinanciering

Normen beslagvrije voet per 1 januari 2021

 

 

21 jaar en ouder tot pensioengerechtigde leeftijd Beslagvrije
voet
Gehuwden / samenwonenden (beiden 21+ en jonger dan pgl) €     1.382,71
Alleenstaande of alleenstaande ouder €        967,90

 

 

Pensioengerechtigde leeftijd of ouder Beslagvrije
voet
Gehuwden / samenwonenden (één of beiden pgl) €     1.458,67
Alleenstaande of alleenstaande ouder €     1.076,37

 

 

Jonger dan 21 jaar* Beslagvrije
voet
Gehuwd / samenwonend, één of beiden jonger dan 21 jaar €     1.382,71
Alleenstaande of alleenstaande ouder €        967,90

* Let op! De beslagvrije voet voor personen jonger dan 21 jaar is vanaf 1 januari 2020 gelijk gesteld aan de beslagvrije voet voor personen van 21 jaar en ouder.

 

 

 

Basisnorm beslagvrije voet verblijf inrichting Beslagvrije
voet
Alleenstaande of alleenstaande ouder €         261,02
Echtgenoten €         429,11

 

 

Maximale verhoging woonkosten maximale
verhoging
Jongeren tot 23 jaar* 204,84
Eenpersoonshuishouden, 23 jaar en ouder maar jonger dan PGL** 376,89
Eenpersoonshuishouden, PGL of ouder 378,71
Tweepersoonshuishouden, 23 jaar en ouder maar jonger dan PGL 328,85
Tweepersoonshuishouden, 23 jaar tot PGL (aangepaste woning) 376,89
Tweepersoonshuishouden, PGL of ouder 380,52
Drie- of meerpersoonshuishouden, 23 jaar of ouder, jonger dan PGL 358,37
Drie- of meerpers.huishouden. 23 jr tot PGL (aangepaste woning) 388,24
Drie- of meerpers.huishouden, PGL of ouder 391,87

 

* Let op: In de volgende situaties gelden jongeren als 23 jr en ouder
– jongere heeft kind die tot het huishouden behoort
– jongere heeft een handicap
** PGL=pensioengerechtigde leeftijd

Mededeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 12 januari 2021, 2021-0000004037, over gewijzigde bedragen in artikel 475da, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 475da, achtste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;

Deelt mede:

De beslagvrije voet in artikel 475da, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, bedragen:

  • a.voor een alleenstaande: € 1.661,40;

  • b.voor een alleenstaande ouder: € 1.779,52;

  • c.voor gehuwden zonder kinderen: € 2.199,34;

  • d.voor gehuwden met een of meer kinderen: € 2.317,45.

Deze mededeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 12 januari 2021

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,B. van ’t Wout

TOELICHTING

Per 1 januari 2021 zijn de bedragen voor de beslagvrije voet herzien. Zoals is opgenomen in artikel 475da van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering worden deze bedragen berekend aan de hand van de verschillende normwaarden uit de Participatiewet, de Wet op de zorgtoeslag, de Wet op de huurtoeslag en de Wet op het kindgebonden budget. In deze mededeling zijn de nieuwe bedragen gepubliceerd, zoals voorgeschreven door het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.