HET (A)SOCIALE GEZICHT VAN WONINGCORPORATIE YMERE
Woningcorporatie Ymere verhuurt meer dan 75.000 sociale woningen in de regio Amsterdam aan mensen met een bescheiden inkomen. Vanuit deze achtergrond mag er, van een sociale verhuurder als Ymere, verwacht worden dat Ymere met haar huurders meedenkt als een huurder tijdelijk de huur niet kan betalen. Zo niet in het onderwerpelijke geval.
Het gaat om een alleenstaande moeder van achtentwintig jaar met een zoontje van vijf. Zij huurt al jaren een woning in Almere van Ymere. Vanwege beslaglegging op haar bijstandsuitkering en een administratieve omissie bij de belastingdienst Toeslagen (waardoor haar toeslagen al geruime tijd niet zijn uitbetaald) is er in 2015 huurachterstand ontstaan. Huurster zit echter niet stil en is al geruime tijd met een erkend NVVK-schuldhulpverleningsbureau doende, om haar schuldenpositie en financiële huishouding te verbeteren. Het schuldhulpbureau heeft al haar schulden in kaart gebracht. En alle schuldeisers, waaronder Ymere, zijn aangeschreven dat huurster binnen afzienbare tijd, met een oplossing voor haar schulden komt. Ondanks het feit dat er nog steeds beslag ligt op haar uitkering. En de belastingdienst de toeslagen, waaronder de huurtoeslag niet uitbetaalt, is huurster erin geslaagd om, in elk geval de laatste drie maanden, tijdig de lopende huur aan Ymere te betalen.
Haar verbazing is dan ook groot dat Ymere een oud vonnis uit 2015 uit de kast haalt en huurster op 18 maart 2017 een brief van de deurwaarder van Ymere krijgt, waarin haar wordt aangezegd dat Ymere op 28 maart 2017 tot huisuitzetting zal overgaan. Ymere is bereid om de woningontruiming uit te stellen, indien huurster per omgaande een bedrag van bijna zesduizend euro op tafel legt. Huurster is erg geschrokken, maar zit niet bij de pakken neer. Met behulp van vrienden en familie weet zij ongeveer de helft van de vordering van Ymere bij elkaar te krijgen. Huurster stelt Ymere voor om de ontruiming uit te stellen, waarbij huurster de helft van de vordering onmiddellijk aan Ymere voldoet en totdat er vanuit de schuldhulpverlening een betalingsvoorstel aan Ymere wordt gedaan elke maand een bedrag van € 100,00 per maand, naast de lopende huur aan Ymere. Gelet op de penibele financiële situatie waarin huurster met haar vijfjarig zoontje verkeert, is dit een alleszins redelijk voorstel aan Ymere. De verbazing is dan ook wederom groot dat Ymere het redelijk betalingsvoorstel van huurster – zonder enige motivering – afwijst en bevestigt dat de deurwaarder van Ymere huurster met haar vijfjarig zoontje op straat zal zetten. Tot zover de (a)sociale opstelling van de Ymere, als “maatschappelijk verantwoorde verhuurder voor mensen met een kleine beurs”.
Omdat het erg kort dag is en Ymere de ontruiming zelfs niet met een dag wil uitstellen, is er geen ruimte om een executiegeschil bij de voorzieningenrechter op te starten om de ontruiming uitgesteld te krijgen. Gezien de rigide opstelling van Ymere en het redelijk betalingsvoorstel van huurster, in combinatie met het NVVK-schuldhulptraject, is er voldoende grond om in kort geding de huisuitzetting door Ymere aan te vechten. Omdat Ymere echter, op de voorlaatste dag, heeft aangegeven toch te willen ontruimen, lukt een (tijdig) kort geding niet meer. Teneinde raad wendt huurster zich tot de gemeente Almere voor bijzondere bijstand. De betreffende bijstandsambtenaar erkent de schrijnende situatie waarin huurster zich vanwege de (a)sociale opstelling van Ymere bevindt en besluit om aan huurster bijzondere leenbijstand te verstrekken. Met de bijzondere leenbijstand van de gemeente Almere wordt de vordering van Ymere betaald. Dankzij de menselijke opstelling van de gemeente Almere is huisuitzetting door Ymere van huurster en haar vijfjarig zoontje, alsnog voorkomen.
Ymere dient zich de chicaneuze gang van zaken aan te rekenen. Huurster zat al geruime tijd in een schuldbemiddelingstraject bij een erkende NVVK-schuldhulpverlener. In een dergelijk schuldhulptraject is het gangbaar dat alle schuldeisers opgave doen van hun vordering. En de NVVK-schuldhulpverlener namens de cliënt een betalings- of kwijtingsvoorstel aan alle schuldeisers doet. Ymere heeft in dit kader opgave gedaan van de oude huurschuld van huurster. Het had dan ook voor Ymere op de weg gelegen om zich aan dit – gebruikelijke – schuldhulptraject te conformeren. Temeer omdat huurster tenminste de laatste drie maanden de lopende huur netjes aan Ymere betaalde. Bovendien was er vanuit de NVVK-schuldhulpverlener vooruitzicht op een betalingsvoorstel aan Ymere terzake de oude huurschuld van huurster. Ymere heeft niet te goeder trouw gehandeld, door zichzelf een “überpreferentie” ten opzichte van de overige schuldeisers van huurster te verschaffen. Ymere heeft haar machtsmiddel (huisuitzetting) gebruikt om haar vordering – gedurende het NVVK-schuldhulptraject – bij voorrang en integraal betaald te krijgen. Ymere heeft aldus in strijd met haar sociale doelstelling gehandeld en Ymere heeft bovendien de gemeenschap op kosten gejaagd ten behoeve van haar eigen portemonnee.
Ons advies is dat er vanuit het college van B&W van de gemeenten waarin Ymere ‘als sociale verhuurder’ opereert, met Ymere contact wordt opgenomen om Ymere te wijzen op haar maatschappelijke en sociale verantwoordelijkheid, in de situatie dat een huurder is aangemeld voor schuldhulp bij een NVVK-schuldbemiddelingsbureau. Het geeft geen pas dat Ymere zich met een machtsmiddel een bevoorrechte crediteurenpositie verschaft, waarbij nog eens de gemeenschap opdraait voor de financiële gevolgen van het laakbaar handelen van Ymere. En dan hebben we het nog niet over de psychosociale gevolgen voor de huurster, door de (a)sociale opstelling van Ymere.