Bijstandsuitkering en vermogen
Komt u in aanmerking voor een bijstandsuitkering als u vermogen heeft ? Heeft u recht op bijstand als u spaargeld heeft of ander vermogen ? Wanneer u niet zelf in uw levensonderhoud kunt voorzien, dan komt u in aanmerking voor een bijstandsuitkering van de gemeente. Echter, als u spaargeld of ander vermogen heeft boven een bepaald bedrag, dan kan u toch door de gemeente uw recht op een bijstandsuitkering worden ontzegd. U moet dan van de gemeente eerst uw vermogen opmaken, voordat u recht op bijstand heeft.
Hoogte vermogen en bijstand
De hoogte van het vermogen die van belang is voor de vaststelling van uw recht op bijstand door de gemeente, hangt af van uw gezinssamenstelling. Een alleenstaande zonder inwonende kinderen mag niet meer vermogen hebben dan 5.920 euro om in aanmerking te komen voor een bijstandsuitkering. Een alleenstaand ouder of een samenwonend stel met of zonder kinderen, mag een maximaal gezamenlijk vermogen van 11.840 euro hebben. Dit zijn de bedragen die in het jaar 2016 gelden. De maximale vermogensgrens voor het recht op bijstand wordt elk jaar opnieuw door de overheid vastgesteld. Voor de vaststelling van de hoogte van uw vermogen voor bijstand, dient u de waarde van al uw vermogensbestanddelen bij elkaar op de tellen. Het gaat dan bijvoorbeeld om de waarde van uw auto, motor, sieraden, verzamelingen (bijvoorbeeld postzegels, of gitaren), uw spaargeld, beleggingen en de afkoopwaarde van uw (levens)verzekeringen. Gemeentes mogen aangaande de waardering van uw vermogensbestanddelen ten dele eigen regels hanteren. Zo zijn er gemeenten die auto’s met lage waarde niet tot het eigen vermogen voor de bijstand rekenen. U kunt dit zelf navragen bij de gemeente waar u een bijstandsuitkering wilt aanvragen.
Afwijzing uitkering bij vermogenstoets bijstand
Heeft u meer vermogen dan toegestaan ? U krijgt dan een afwijzing van uw uitkering op grond van de vermogenstoets voor de bijstand. U kunt dan met uw eigen vermogen in uw levensonderhoud voorzien en u moet interen op uw eigen spaargeld en uw waardevolle spullen te gelde maken om van te leven. U krijgt dus geen uitkering als uw vermogen boven een bepaalde grens komt. Van de gemeente mag u uw vermogen ook weer niet te snel opmaken. U mag alleen uitgaven doen die echt noodzakelijk zijn. U mag per maand maximaal anderhalf keer de bijstandsnorm uitgeven. Als u een hoge huur heeft, dan wordt een deel van deze huurkosten hierbij opgeteld. Eventuele noodzakelijke uitgaven mogen van uw vermogen worden afgetrokken, zoals de aanschaf van een nieuwe wasmachine. U mag echter weer niet spullen vervangen die nog niet afgeschreven zijn. Bijvoorbeeld een nieuwe duurdere televisie aanschaffen, terwijl uw oude tv nog goed voldoet. Dit kan heel ver gaan, de gemeente kan vragen om een bonnetje van een reparateur waaruit blijkt dat uw TV of wasmachine niet meer te repareren was. U dient zelf aan de gemeente te bewijzen – bijvoorbeeld door middel van bankafschriften – hoe u bent ingeteerd op uw vermogen. U moet dus bankafschriften en andere bewijzen van uw uitgaven goed bewaren. Als u niet kunt bewijzen aan welke ‘noodzakelijke uitgaven’ u uw vermogen heeft opgemaakt, dan loopt u het risico dat de gemeente bepaalde uitgaven van uw vermogen buiten beschouwing laat en uw interingstermijn wordt verlengd. Feitelijk heeft u dan pas later recht op een bijstandsuitkering.
Bijstand en erfenis
Zit u in de bijstand en krijgt u een erfenis, dan kan dit gevolgen hebben voor de vaststelling van uw vermogen door de gemeente voor uw recht op bijstand. Leeft u van een bijstandsuitkering en krijgt u recht op een erfenis vanwege overlijden van een familielid, dan gaat de gemeente er vanuit dat u reeds op het moment van overlijden van de erflater al over het bedrag uit de erfenis kunt beschikken. Het feit dat de afwikkeling van de erfenis nog maanden kan vergen en u niet gelijk over uw deel van de erfenis kunt beschikken, is voor de gemeente niet van belang. De gemeente zal u dan alleen een uitkering willen verstrekken, als u deze uitkering weer terugbetaalt zodra u het geld uit de erfenis echt heeft ontvangen. Dit is een vorm van leenbijstand door de gemeente.
Bijstand en eigen woning
Wilt u bijstand aanvragen en heeft u een eigen woning, dan geldt er ook een vermogenstoets om uw recht op bijstand te bepalen. Een eigen woning wordt door de gemeente eveneens aangemerkt als vermogen voor de bepaling van uw recht op bijstand. De gemeente wil dat u eerst ‘uw eigen huis opeet’, voordat u recht op een bijstandsuitkering heeft. Dit betekent dat u de overwaarde van uw huis te gelde moet maken. Een bedrag van € 49.900 (2016) aan overwaarde wordt vrijgelaten door de gemeente. Als de overwaarde op uw woning meer bedraagt, dan zal de gemeente u een lening verstrekken ten bedrage van de overwaarde van uw woning boven de vrijstelling van € 49.900 (2016). De overwaarde van uw huis is de huidige waarde van uw huis minus de nog niet afgeloste hypotheek. De gemeente kan zelf bepalen hoe de huidige waarde van uw huis wordt vastgesteld. De gemeente kan uitgaan van de waarde van uw huis volgens de laatste WOZ-beschikking van de gemeentelijke belastingdienst. De gemeente kan echter ook uw woning laten taxeren door een taxateur. De taxatiekosten komen dan voor uw rekening. Wanneer u geen geld heeft om de taxatiekosten van uw woning te betalen, dan kunt u bij de gemeente een aanvraag indienen voor bijzondere bijstand voor de kosten van de taxateur. En soms wil de gemeente dat u een hypotheek vestigt op uw woning om de overwaarde te gelde te kunnen maken. Deze hypotheekkosten komen ook voor uw eigen rekening, waarvoor u eveneens zonodig bijzondere bijstand kunt aanvragen.
Bijstand als lening of als gift
Als u een huis met overwaarde heeft en u heeft recht op bijstand, dan kan de gemeente u bijstand verstrekken als lening of als gift. In het algemeen geldt dat als u per jaar minder dan € 1.359,49 (2016) aan bijstand nodig heeft, de gemeente u dit bedrag aan bijstand als gift verstrekt. Wanneer u een bijstandsuitkering van meer dan € 1.359,49 (2016) per jaar van de gemeente ontvangt, dan kan de gemeente u dit in de vorm van een lening verstrekken. Dit geld moet u dan later terugbetalen aan de gemeente. Bijstand in de vorm van een lening is niet onbeperkt mogelijk. U krijgt alleen leenbijstand totdat de overwaarde van uw huis minder is dan 49.900 euro (2016). Daarna ontvangt u een gewone bijstandsuitkering die u niet hoeft terug te betalen aan de gemeente.
Afwijzing bijstand vanwege vermogen
Heeft u van de gemeente een afwijzing bijstand ontvangen vanwege te hoog vermogen. Of heeft de gemeente uw bijstandsuitkering stopgezet omdat u teveel vermogen zou hebben, neem dan direct contact op met Sociaal Verhaal. Wij kunnen voor u beoordelen of de beslissing van de gemeente tot afwijzing of stopzetting van uw uitkering op grond van teveel vermogen juist is. Als u het niet eens bent met de vermogenstoets van de gemeente om uw recht op een bijstandsuitkering te bepalen, dan kunnen wij u zo nodig van een gratis advocaat voorzien om bezwaar te maken tegen de beslissing van de gemeente tot stopzetting of afwijzing van uw bijstandsuitkering. Hiervoor geldt een bezwaartermijn van zes weken na de dagtekening van de schriftelijke beslissing van de gemeente