Eerste zitting Centrale Raad van Beroep over Wmo 2015
Utrecht, 05 februari 2016
De eerste zitting in hoger beroep over de toepassing van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) vindt plaats op woensdag 23 maart 2016 bij de Centrale Raad van Beroep in Utrecht. Aan de orde zijn twee hoger beroepszaken over door de gemeente Utrecht toegekende hulp bij het huishouden met toepassing van de nieuw ingevoerde Wmo 2015.
De Centrale Raad van Beroep is de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht, het ambtenarenrecht en delen van het pensioenrecht.
De in hoger beroep gekomen inwoners van de gemeente Utrecht ontvingen onder de tot 2015 geldende oude Wmo al jaren hulp bij het huishouden van de gemeente. Door deze voorziening werden zij gecompenseerd voor de beperkingen die zij ondervonden bij het voeren van een huishouding. De aan hen onder de Wmo 2015 gegeven nieuwe indicaties omvatten aanzienlijk minder uren hulp dan onder de oude Wmo.
Appellanten bepleiten in hoger beroep dat de omvang van de onder de Wmo 2015 toegekende hulp bij het huishouden volstrekt onvoldoende is. Ook komt aan de orde de vraag of hulp bij het huishouden moet worden gerekend tot de maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in de Wmo 2015. In de oude Wmo stond het voeren van een huishouden in de wet genoemd als taakveld, waarvoor de gemeente compenserende voorzieningen moest treffen.
Bron: Centrale Raad van Beroep, zittingsdatum 23 maart 2016.
Voor eventuele vragen over dit persbericht kunt u zich wenden tot het secretariaat van de CRvB, tel: 088-3611730.
E-Mail: voorlichting.crvb@rechtspraak.nl
Website: www.rechtspraak.nl/organisatie/CRvB