Ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing kind
Bent u het niet eens met ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing van uw kind? Neem dan contact op met Sociaal Verhaal voor hulp en advies. Ook als u via de rechter de uithuisplaatsing (UHP) of ondertoezichtstelling (OTS) wilt aanvechten, neem dan eerst met ons contact op. Wij bespreken met u of het voor u zin heeft om de UHP of OTS aan te vechten bij de rechtbank.
De kinderrechter kan op verzoek van de Raad voor de kinderbescherming of het Openbaar Ministerie een minderjarige onder toezicht stellen. Dit kan, als er wordt getwijfeld over de veiligheid van uw kind. Een ondertoezichtstelling van uw kind is niet in alle gevallen terecht. Beslissingen van de rechter kunnen gebaseerd zijn op onjuiste of verouderde informatie. Een ondertoezichtstelling is mogelijk, indien er volgens instanties, zoals Bureau Jeugdzorg of de Raad voor Kinderbescherming, sprake is van ernstige problemen binnen het gezin. De ontwikkeling van het kind moet dan ernstig in gevaar zijn. De rechter kan in dat geval worden verzocht om het kind onder toezicht te stellen. Heeft de rechter de ondertoezichtstelling toegewezen, dan kan Bureau Jeugdzorg de ondertoezichtstelling uitvoeren en een gezinsvoogd toewijzen. Het doel van de ondertoezichtstelling is de bedreiging van de zedelijke of geestelijke belangen of de gezondheid van de minderjarige af te wenden.
In geval van ondertoezichtstelling maakt de gezingsvoogd binnen zes weken een plan van aanpak. In het plan van aanpak staat omschreven wat nodig is om de opvoedingssituatie te verbeteren en wat er van het kind en de ouders wordt verwacht. De gezinsvoogd begeleidt de ouders en het kind tijdens de uitvoering van het plan van aanpak. Bent u het niet eens met de aanwijzing van de gezinsvoogd, dan kunt u de kinderrechter vragen om de aanwijzing vervallen te verklaren en eventueel om een andere gezinsvoogd vragen.
Veel ouders willen de opvoeding van hun kind niet delen met een gezinsvoogd. Als dit het geval is, dan kan een advocaat u helpen om feiten aan het licht te brengen en de ondertoezichtstelling van uw kind te voorkomen of op te heffen. U moet wel zelf voor bewijsstukken zorgen waaruit blijkt dat het goed gaat met uw kind, bijvoorbeeld een brief van school, kinderdagverblijf of een rapport van de gezinsbegeleider. Tijdens de zitting van de rechtbank wordt uw mening gevraagd over het verzoek van de ondertoezichtstelling; u moet dan onderbouwen waarom u het niet eens bent met de ondertoezichtstelling. Het is dus van belang dat u bij de terechtzitting aanwezig bent. Bent u niet aanwezig, dan kan uw mening niet worden meegenomen door de rechtbank en baseert de rechter het oordeel op het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming. Als het kind twaalf jaar of ouder is, dan wordt ook de mening van het kind gevraagd. Het is verstandig om niet alleen naar de zitting te gaan, u kunt u laten bijstaan door een advocaat. Een advocaat kan voorafgaand aan de zitting een verweerschrift opstellen, om de rechter van tevoren op de hoogte te stellen van uw mening over de ondertoezichtstelling en de eventuele opheffing daarvan.
De ondertoezichtstelling mag maximaal één jaar duren. De gezinsvoogd stelt na dat jaar een rapport op. Zijn er nog steeds zorgen om het kind, dan kan de gezinsvoogd de kinderrechter vragen om de ondertoezichtstelling met één jaar te verlengen. Er komt dan weer een zitting waar de ouder en het kind hun mening kunnen geven over het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling. De kinderrechter beslist uiteindelijk over de ondertoezichtstelling. De rechter kan de ondertoezichtstelling tussentijds opheffen als er geen grond meer is om de minderjarige onder toezicht te houden. Zijn de omstandigheden of uw persoonlijke situatie veranderd, dan kunt u ook zelf aan de rechter vragen om de ondertoezichtstelling te beëindigen. U kunt daarvoor het beste een advocaat inschakelen.
Uithuisplaatsing kind aanvechten
Soms is ondertoezichtstelling met een gezinsvoogd niet genoeg om de veiligheid van het kind te waarborgen. Een zwaarder middel is dan de uithuisplaatsing van het kind. De gezinsvoogd kan een gemotiveerd verzoek indienen bij de rechter voor een uithuisplaatsing. Er moet een duidelijke noodzaak zijn om het kind uit huis te plaatsen. Andere, minder zware middelen kunnen geen uitweg bieden en uithuisplaatsing is de enige optie. De rechter moet dit verzoek zorgvuldig toetsen aan de juridische voorwaarden omdat het een ingrijpende beslissing is. Indien de rechter de uithuisplaatsing toewijst, zal het kind in een pleeggezin of een tehuis worden ondergebracht. De uithuisplaatsing moet binnen drie maanden na de toewijzing van het verzoek worden uitgevoerd. Wordt de uithuisplaatsing niet binnen drie maanden uitgevoerd, dan vervalt de rechterlijke machtiging en is het niet meer mogelijk om het kind uit huis te plaatsen. Een ondertoezichtstelling en een uithuisplaatsing is een heftige maatregel. Indien u het niet eens bent met de uithuisplaatsing, dan kunt u daartegen bezwaar maken bij de rechter. U heeft daarvoor geen advocaat nodig, maar het is wel verstandig om u te laten bijstaan door een advocaat. Een gespecialiseerde advocaat heeft ervaring met dit soort zaken en meer kennis over de procedure bij de rechter om de uithuisplaatsing van uw kind aan te vechten. Sociaal Verhaal kan u zonodig in contact brengen met een gespecialiseerde advocaat om de uithuisplaatsing aan te vechten. Kinderen ouder dan twaalf jaar kunnen zelf bezwaar maken tegen de uithuisplaatsing. Zij kunnen een gesprek aanvragen met de rechter en hun verhaal doen. De uithuisplaatsing duurt maximaal één jaar, en stopt automatisch. Is de gezinsvoogd van mening dat de uithuisplaatsing langer moet duren, dan dient de gezinsvoogd de rechter opnieuw te vragen om een uithuisplaatsing van het kind. De rechter moet in deze procedure beoordelen of er nog steeds voldoende redenen zijn om het kind uit huis te plaatsen. Als de rechter dit vindt en toestemming geeft, dan wordt de uithuisplaatsing verlengd. Deze (verlengde) uithuisplaatsing kunt u eveneens aanvechten bij de rechter. In spoedgevallen kan de Raad voor de Kinderbescherming aan de kinderrechter vragen om een voorlopige ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing. Als er spoed is, kan de kinderrechter snel, zonder dat u als ouder eerst wordt gehoord, een voorlopige OTS en UHP uitspreken. Bureau Jeugdzorg staat vervolgens met de politie voor uw woning om uw kind(eren) op te halen. U krijgt daarna wel een uitnodiging voor een zitting bij de rechtbank om uw verweer te voeren tegen de voorlopige OTS en UHP. De rechtbank moet dan tevens beslissen of de voorlopige OTS en uithuisplaatsing wordt omgezet in een definitieve UHP en OTS en voor welke periode. Neem met Sociaal Verhaal contact op als u het niet eens bent met de uithuisplaatsing van uw kind en dit wil aanvechten.